Racedagen en klassementen
Om maar direct met de deur in huis te vallen, wij weten ook nog steeds niet alles wat betreft de kartsport maar kunnen inmiddels al wel “iets” uitleggen.
Vaak wordt gevraagd, “is dat een sport dan”, ja dus dat is het echt het is fysiek en mentaal uitdagend. De meeste mensen kennen karten van een bedrijfsuitje of een keer met vrienden wat rondjes rijden. Dat kan erg leuk zijn maar is niet vergelijkbaar met hoe er in de competities wordt gereden. Om een beeld te geven hieronder een beknopte uitleg van de competitie waar Lotte in uitkomt, het NHK.
Tijdens een racedag bij het NKH wordt gereden volgens het sprintrace format. Dit gebeurt in twee hoofdcategorieen het algemeen klassement en de junioren. Grofweg mag je tot en met je 15e meerijden met de junioren en vanaf je 14e met het algemeen klassement. Het is aan de rijders wanneer ze de overstap maken.
In ieder klassement geldt een minimum gewicht voor de rijder, ben je lichter, dan moet je lood meenemen in de kart.
Gedurende de dag worden in beide groepen een aantal selectieraces gereden. Deze hebben altijd hetzelfde format, eerst een kwalificatie om de startopstelling van de daaropvolgende sprintrace te bepalen. Die kwalificatie vindt plaats in de vorm van een zogenaamde hotlap. Dus alle rijders gaan gelijktijdig het circuit op, proberen dan in een opwarmronde hun banden op de juiste temperatuur te krijgen en wat ruimte op de baan te krijgen. Dan hebben ze 1 ronde de tijd om hun snelste ronde neer te zetten. Na dat die hotlap is verreden worden de rijders op de baan stilgezet en worden ze op volgorde van hun rondetijd gereden in de kwalificatie naar de startgrid doorgestuurd. Daarna wordt een race vanuit een staande start verreden.
Na de race worden de eerste punten verdeelt, het doel is hierbij zo min mogelijk punten verkrijgen. De winnaar van de sprintrace krijgt 0 punten nummer 2 krijgt 2 punten en naar mate je verder achterin het veld staat steeds meer punten.
Afhankelijk van het aantal rijders worden 3 of 4 selectieheats verreden. De uitslag van alle selectieheats bij elkaar bepaald de startopstelling van de finale. Bij de senioren wordt het veld verdeelt in 3 finales, de C finale, B finale en de A finale. Waarbij het totale veld wordt verdeelt op basis van het aantal punten, hierdoor zijn dit soort racedagen voor (bijna) alle niveau’s leuk om mee te rijden. Vergis je niet, het niveau in de C finale ligt nog steeds erg hoog en is geen plek voor rijders zonder enige ervaring.
Aan het einde van de finales worden de “echte punten” verdeelt, hierbij krijgt de winnaar 50 punten plaats 2 krijgt 44 punten plaats 4 krijgt 40 punten etc etc. Deze punten zijn van belang voor het seizoensklassement, de rijder die aan het einde van het seizoen het hoogste aantal punten heeft verzamelt is de kampioen van het seizoen.
Nu wordt het wat ingewikkelder want, op basis van deze uitleg zijn er aan het einde van een seizoen 2 kampioenen. 1 in het algemeen klassement en 1 junior. Maar dat zijn slechts de algemene titels, binnen de 2 hoofdcategorieen zijn er namelijk nog subklassementen. Bij de junioren bijvoorbeeld het klassement “midden gewicht” en in het algemeen klassement bijvoorbeeld het klassement “lady” of “master”. Het midden gewicht klassement is voor junioren die, eventueel met aanvullend lood, een gewicht van 65 kilogram hebben. Het normale minimum gewicht bij de junioren is 55 kilogram. Daarnaast is er bij de junioren ook een “lady” klassement en een rookie klassement.
Zo kunnen er bij de junioren dus al 4 kampioenen aan het einde van een seizoen zijn, 1 algemeen, 1 midden gewicht, 1 rookie en 1 lady. En dan is er nog laatste kampioenschap, het teams klassement. Rijders kunnen samen met een ander een team vormen. Dit doen ze meestal voor een heel seizoen en van de rijders worden de gezamenlijk gewonnen punten opgeteld voor een los klassement. Zo kun je dus ook als team kampioen worden.
In het algemeen klassement zijn er als aanvullende klassementen: “lady”, “Master” minimaal 35 jaar oud, “Master +” minimaal 35 jaar oud en minimaal 95 kilogram en “teams”.
Alle gewichten zijn trouwens inclusief raceoveralls, schoenen, beschermingsmiddelen en helm. En na iedere race, selectieheat of finale moet je naar de weegschaal. Mis je 1 gram, dan wordt je automatisch gediskwalificeerd. Een beetje rek aanhouden kan dus geen kwaad aangezien je op een dag karten maar zo een paar kilo afvalt, nogmaals het is echt sporten.
Veiligheid is ontzettend belangrijk, zo is er tijdens iedere race (selectieheats en finales) een zeer strenge wedstrijdleiding aanwezig. Ze letten onder andere op zaken als tracklimits (blijft iedereen wel netjes op de baan) en “doortikken” het inhalen zien ze het liefst zonder contact tussen de karts en als er dan contact is dan mogen beide partijen niet de ander dusdanig hinderen dat die daar hinder van ondervindt.
Benodigdheden
Tijdens het karten zijn een aantal behoorlijk voorspelbare zaken nodig:
- Een goede helm
- Een raceoverall (het liefst zogenaamd “level 2”)
- Handschoenen
- Schoenen (over de enkel) en het liefst met een zo dun mogelijke zool
- Nekprotectie (alleen verplicht bij de junioren, maar ook zonder verplichting niet onverstandig)
- Ribprotectie (alleen verplicht bij de junioren, moor net als de nekprotectie niet onverstandig)
Hoe begin je?
Lijkt het je leuk om ook eens een racedag te beleven? Het beginnen met karten is heel eenvoudig, vooral gaan rijden. Voor de junioren organiseren veel kartbanen racescholen, dit is zeer de moeite waard omdat je vrij veel rijtijd krijgt en heel veel uitleg, tips en advies. Daarnaast leer je andere kennen die de kartsport leuk vinden en dat zijn veelal aardige mensen die, mede door de gedeelde passie graag allerlei tips willen delen.
Ben je snel geworden op een specifieke baan en sta je met regelijkmaat bovenaan in de ranglijsten van de week / maand? Vraag dan eens of er op jouw baan ook races worden georganiseerd om te zien hoe snel je bent tussen andere geoefende rijders.
Daarna zijn de competities zoals het NKH een logische vervolgstap. Meer informatie hierover kun je op kartraces.nl vinden.